Op zondag 5 februari 2012 vloog ik van Hobart via Melbourne naar Christchurch, Nieuw-Zeeland. De reis met stopover verliep vlot, al duurde het wel 7 uren. Ik sliep goed op het vliegtuig. Ondertussen ben ik getraind om makkelijker te slapen op een vliegtuig. Ongeveer 3 weken eerder verstuurde ik een Couchsurf-request naar Synco Reynders, een fervent couchsurfer met Nederlandse roots en geboren in Nieuw-Zeeland. Hij haalde me zelfs op aan de luchthaven van Christchurch met zijn auto. Wat een luxe!
Synco nam me mee naar een Italiaanse bistro en daar aten we een lekkere maaltijd. Het is heerlijk om af en toe eens uit te gaan eten, want ik heb de hele tijd zelf gekookt om geld te kunnen sparen. Toen we bij zijn thuis aankwamen, waren er nog 2 andere couchsurfers, die de volgende ochtend vertrokken. We babbelden tot in de vroege uurtjes. Gezellig!



Christchurch en de aardbevingen
Die nacht voelde ik voor het eerst in mijn leven een aardbeving! Ik schrok en sprong recht uit mijn bed. Alles beefde en kraakte. Omdat ik bang was, rende ik naar de kamer van mijn host. Synco werd wakker en stelde me gerust: elke dag zijn er naschokken, die vormen geen reden tot paniek. Hij zocht snel info op zijn smartphone en deelde mee dat dit slechts 3.5 op de schaal van Richter was. Ietwat gerustgesteld ging ik terug slapen.
De volgende dag kocht ik een lokale sim-kaart en verkende ik het stadscentrum van Christchurch. Daar zag ik hoeveel ravage de aardbeving van februari 2011 had aangericht. Echt schrikwekkend! Het volledige centrum werd afgezet, een no-go zone. Overal haalde men voorzichtig de fragiele gebouwen neer. Een jaar later was de puinhoop nog niet helemaal opgeruimd. Aan de rand van het centrum plaatste men scheepscontainers waarin winkels waren ondergebracht zodat de stad toch nog wat lokale economie heeft. Ik kreeg er de kriebels en voelde als het ware het verdriet dat rondhing in dit bijna spookachtig centrum.




Onbewoonbaar
Maar niet enkel in het stadscentrum was de ravage van de natuurramp zichtbaar. Synco nam me de volgende ochtend mee naar vrienden, die hij moreel wilde bijstaan terwijl hun onbewoonbaar verklaarde woning werd neergehaald. Bart en Margot migreerden 5 jaren geleden van Nederland naar Christchurch en hadden hard gewerkt aan hun huisje, dat op een heuvel stond met prachtig uitzicht op de oceaan en Christchurch Harbour. Hun huis was erg toegetakeld door de aardbeving van februari 2011. Gelukkig konden ze hun persoonlijke spullen en kostbare huishoudartikelen redden met behulp van de buren. Het afgelopen jaar woonden zij bij familie en vrienden.
Vandaag was de letterlijke sloop van hun huis. Dit wilden ze bijwonen om de nachtmerrie af te sluiten en dan stilaan te beslissen wat ze doen. Margot huilde zacht terwijl hun huis werd afgebroken. Ook al kende ik ze niet, ik omarmde haar en pinkte een traan weg. Hun buurvrouw kwam ook even haar steun betuigen. Zij is een 80-plusser en woont stiekem in haar onbewoonbaar verklaarde huisje. Toen ik even met haar praatte, zei ze dat ze het risico erbij neemt dat haar huisje misschien kan neerstorten bij een naschok. Ze heeft geen zin of fut om op haar oude dag een ander onderkomen te zoeken. Hartverscheurend!

Wederopbouw
Het zal nog een tijdlang duren voordat Christchurch terug zal bloeien zoals voorheen. Er waren tientallen doden en gewonden gevallen, de rouw is groot. Toch blijven veel inwoners daar en werken ze aan de wederopbouw van de stad en samenleving. Ik verbaas me erom dat dit zolang duurt. Hoe kan het dat de stad een jaar later nog steeds zo’n puinhoop is? Volgens Bart en Margot doen verzekeringsmaatschappijen er erg lang over. Zonder geld kunnen mensen maar weinig heropbouwen.
Angst
Die avond nam Synco Bart mee om te gaan zeilen, zodat hij even afleiding had. Ik mocht ook mee. Maar ik had nog nooit eerder gezeild en voelde me onzeker. Had ik maar geluisterd naar dat gevoel… Hevige wind en regenvlagen ontstonden toen we met de zeilboot waren vertrokken. Ik had angst om uit de boot te vallen. Ik klampte me vast, zo goed ik kon. Toen de mannen eindelijk beslisten om terug te keren aan land, waren mijn spieren verstijfd van de kou en de schrik. Wat een emotionele dag!
Die nacht was er een naschok van 4.2 op de schaal van Richter en voelde ik me echt niet meer op mijn gemak. Het werd tijd dat ik hier vertrok.
Start 14-daagse rondreis op het Zuidereiland
Ondanks dat ik Nederlands kon praten met Synco, die zijn leven lang in Nieuw-Zeeland woonde, klikte het niet echt tussen ons. Ik maakte ‘s avonds eten, een afspraak die ik maak met de couchsurfers bij wie ik te gast ben. Maar onze gesprekken verliepen niet vlot. Op de ochtend van mijn 5e dag in Nieuw-Zeeland bedankte ik hem voor de 4 nachten dat ik bij zijn thuis kon verblijven en gaf ik een vergoeding.
Ik besloot een auto te huren, helaas zonder reisgezellen ondanks de oproep op Couchsurfing. De leuke Mazda Demio was nu mijn voertuig voor 14 dagen aan 700 New-Zealand-Dollars (NZD) inclusief verzekering. Nu had ik genoeg ervaring met ‘links’ rijden en de Nieuw-Zeelandse wegen zijn rustig dus zou het wel vlot lukken om te rijden.
Naar de bergen
Vanuit Christchurch reed ik naar de Banks Peninsula en stopte in het Franse koloniestadje Akaroa. Ondanks de grijze hemel en de regen was het uitzicht magnifiek. Ik checkte in bij een leuke farmhostel in Okunu en wandelde over de met schapen bevolkte groene heuvels met zicht op de turquoise-gekleurde baai. Vervolgens nam ik de route naar de Southern Alps waar ik halt hield in Arthur’s Pass, een idyllisch bergdorpje. Daar bleef ik ook een nacht in de schitterende YHA Mountain House en ontmoette ik een Belg, Saartje uit Scheldewindeke in Oost-Vlaanderen. Samen met haar travelmates beklommen we een berg.










Expeditie gletjser
Na een nachtje in de bergen reed ik door naar de Westkust, met een lunchpauze aan zee in Hokitika en vervolgens verder naar het stadje Franz-Josef. De gelijknamige gletsjer is dé attractie van het Westland National Park. Ik verbleef 2 nachten in Franz-Josef in weer een heel leuke hostel.
Met een lokale organisatie deed ik een ‘heli-hike’: met een helikopter over de besneeuwde bergtoppen vliegen, met een blik op de gletsjers en in de verte de oceaan en dan landen op het begin van de gletsjertong. Magnifiek! Ik voelde me alsof ik aan een expeditie deelnam. Met speciale schoenen met ‘crampons’ stapten we op de gletsjer en de gids onderwees ons over dit fragiele stukje natuur. We hadden ook veel plezier: we gleden en kropen in en langs gletsjerblauwe kloven (‘crevasses’ in het Engels). Na 2,5 uren op de gletsjer haalde de helikopter ons terug op en bracht ons veilig naar de begane grond. Het was een bom geld, 355 NZD, maar wel de moeite waard!
























Prachtige natuur in het Zuiden
Vanuit Franz Josef reed ik naar Wanaka, een prachtig bergstadje waar ik voor het eerst een zonnige dag beleefde sinds mijn aankomst in het regenachtige Nieuw-Zeeland. Ik maakte een wandeling langs het meer en dook er vervolgens in, zo warm was het. Ik ontmoette er Janina, een Tsjechische jongedame die op ‘working holiday’ in NZ was en met wie ik veel heb gelachen en gepraat die avond. Twee dagen later ontmoette ik haar opnieuw in Te Anau. Vanuit Te Anau nam ik deel aan een georganiseerde dagtrip naar de Milford Sound in Fjordland. Genieten van een heerlijke rustige boottocht in prachtige natuur!
















De dag nadien zette ik koers naar Dunedin aan de Oostkust van het Zuidereiland. Opeens was ik terug in de bewoonde wereld. Dunedin is een grote studentenstad en wordt ook het ‘Edinburgh van het Zuiden’ genoemd. In het centrum werd een publieke wedstrijd doedelzakspelen gehouden. Na een dag verkenning van het stadscentrum hield ik een rustig dagje om verdere plannen te maken. Daarna trok ik verder naar de bloedmooie Otago Peninsula, waar het wel moeilijk rijden was op de smalle wegen. Daar wandelde ik op het strand met de miraculeuze Moeraki Boulders. Uiteindelijk kwam ik aan in het stadje Oamaru en vond ik een overnachtingsplekje in de lokale hostel. Sommige vriendelijke backpackers namen me mee om pinguïns te spotten aan het strand bij valavond. We zagen 6 blauwe pinguïns van dichtbij; ze zijn verrassend klein en oh zo bijzonder!









Lake Tekapo
Vervolgens reed ik naar Lake Tekapo in de bergen, naast Mount Cook, het hoogste punt van Nieuw-Zeeland. Onderweg nam ik een Japanse lifter mee, die gebrekkig Engels sprak maar zijn glimlach toonde dankbaarheid. Het meer in Tekapo is het meest turquoise gekleurde meer dat ik ooit in levenden lijve zag! Ik maakte er een steenmannetje. Een stevige wandeling naar de top van Mount John bood adembenemende zichten op de hele omgeving. Ik voelde me zo goed toen ik daar aan de top stond! ’s Avonds genoot ik van het heerlijke gezelschap met de Britse Karen en een Canadees koppel van + 60 jaar bij de fantastische hostel.




Pareltjes van hostels
De hostels in Nieuw-Zeeland zijn stuk voor stuk pareltjes. Zoveel properder én goedkoper dan de hostels in Australië. Vaak krijgen de gasten gratis dingen zoals koffie, thee, kruiden en soms zelfs ontbijt. De laatste hostel voordat ik de auto inleverde, de toenmalige YHA in Methven en momenteel de Snow Denn Lodge, sloeg alle records. Gratis ontbijt, gratis mountainbikes, slechts 2 NZD voor gebruik van de wasmachine én luxueuze matrassen. De eigenaar had een jaar geleden een beroerte gehad. George was een ongelooflijk vriendelijke man die wonderwel genezen was van zijn aandoening. Toen ik die avond mijn vinger verbrandde aan de oven, kwam hij meteen met de EHBO-koffer aan. Ik hoop dat hij nog lang mag leven en zijn leuke hostel openhouden voor reizigers die het appreciëren.
Naar de top van het Zuidereiland
Nadat ik de huurauto inleverde, stond ik aan Christchurch Airport en zocht ik de bushalte, vanwaar ik de Atomic Shuttlebus nam richting Kaikoura. Ik vroeg de weg aan een kiwi (zo noemt men de Nieuw-Zeelander) en die bood me prompt een lift aan voor enkele honderden meters naar de bushalte. Na een lunch op de stoep zat ik in het krappe busje, waarin het bloedheet was. En dat voor 40 NZD voor een reisje van 100 kilometer. Een schande.
Bij aankomst in de hostel in Kaikoura ontmoette ik Cornelia, die me via Couchsurfing had gecontacteerd. We besloten om samen te reizen tijdens de komende dagen zodat we gezelschap hadden en kosten konden delen. Maar diezelfde avond had ik een negatief gevoel over dat idee. Ik kon er de vinger niet op leggen waarom precies. Vanaf toen verliepen dingen minder vlot en waren er serieuze tegenvallers.
Bad vibes
Cornelia klaagde steen en been over haar ex-lief en was negatief ingesteld. Ik troostte haar. Ze was bang om alleen te reizen want ze had nog nooit als backpacker gereisd. Ik stelde haar gerust. Ze kon niet beslissen wat te doen of waarnaartoe. Ik stelde een reisplan voor. Vervolgens probeerden we de bus met Intercity te boeken, maar dat lukte die avond niet. De volgende ochtend maakte ik telefonisch de busreservatie en dat lukte. We vertrokken van Kaikoura over Blemheim naar Nelson, het zogenaamde zonnige Noorden van het Zuidereiland. Tijdens de pauze voor de overstap op de andere bus gebruikte ik mijn Zwitsers zakmes nog. Daarna was het verdwenen. Kwijt geraakt? Ik weet het niet.
In Nelson vonden we gelukkig nog twee bedden in een hostel. Met het hoogseizoen in het toerisme is het echt nodig om op voorhand te plannen en te boeken in Nieuw-Zeeland. Dus zei ik tegen Cornelia dat we moesten plannen. Daar had ze geen zin of energie voor. Dus besliste ik de zaken. Zij stemde in zonder meer. Nadat allerlei geregeld was, gingen we samen inkopen doen en deelde ik het voedsel dat ik nog mee had. Samen koken verliep wel goed dus dacht ik het toch een kans te geven om verder met haar te reizen, ondanks de negatieve energie.
We bezochten de zondagsmarkt en wandelden naar de top van een heuvel dat als het geografische centrum van NZ is aangeduid. Het leek erop alsof we het toch goed konden vinden. Althans, dat dacht ik op dat moment.



Bestolen
Die avond ontmoetten we 2 Franse meisjes, die sinds oktober 2011 op Working Holiday in NZ waren. Ze vertelden hun hallucinant verhaal: nadat ze hun eerste job hadden afgerond, reisden ze verder in hun zopas aangekochte, tweedehandse campervan. Toen ze in Auckland een supermarkt binnen gingen, kwamen ze 40 minuten later naar buiten met hun handtas en voedingswaren om niets meer te vinden. Hun campervan was weg! Inclusief paspoorten en hun zuurverdiende loon in cash!
De politie was vriendelijk maar beloofde hen niets. Een lokale krant publiceerde hun verhaal met opsporingsbericht. De Franse ambassade liet hen in de kou staan. Hun ouders stuurden geld op via Western Union en ze besloten om toch door te gaan met het verwezenlijken van hun droom: een jaar in Nieuw-Zeeland werken en reizen. Gelukkig kregen ze veel hulp van locals én andere reizigers: ze kregen kleding en voedsel en onderdak. Maar 2 weken na de diefstal werd hun handtas in een hostel in Wellington gestolen. Ze hadden werkelijk geen geld meer en waren nu in Nelson om er werk te zoeken in de fruitpluk.
Ik was zodanig onder de indruk van hun verhaal en bood hen mijn slaapzak aan. Ik had er veelvuldig gebruik van gemaakt en in deze laatste weken van mijn jaar in Oceanië zou ik het waarschijnlijk niet nodig hebben. Met grote dankbaarheid namen ze de slaapzak aan die in perfecte staat was. Enkele dagen later kreeg ik een hartverwarmend mailtje van de 2 Fransen dat ze er al gebruik van maakten nu ze een goedkoop onderdak hadden gevonden waar geen beddengoed was. Ik vond het zo moedig van hen om door te zetten en niet naar huis te gaan!
Abel Tasman
Cornelia en ik vertrokken op een 2-daagse trip door het Abel Tasman National Park. De bus pikte ons op tijd op en bracht ons naar Motueka, vanwaar we verder reden naar Marahau en aan de ingang van het Nationale Park werden gedropt. We wandelden 12 kilometer lang over de befaamde Abem Tasman Coast Track op een rustig tempo en hadden een picknick mee. Van regenwoud tot mediterraanse vegetatie met zicht op de oceaan, het landschap was er erg mooi. Maar het weer zat niet mee met de koude wind en regen. De zon kwam er eventjes door toen we aan het eindpunt naderden.
Aan Anchorage Bay haalde een motorbootje ons op om aan boord te gaan van de Aquapackers, een boot dat omgevormd was tot een hostel. We genoten van een heerlijke BBQ gemaakt door het personeel en ik praatte met de andere gasten.
Die avond werkte Cornelia danig op mijn zenuwen. Ik ging vroeg slapen na zonsondergang maar had helaas geen goede nachtrust.








’s Ochtends na het ontbijt namen we afscheid van de kapitein en wandelden, door de regen, een stukje terug. Aan het strand van een andere baai zou een gids op ons wachten met wie we in een kayak op zee zouden terugroeien naar Marahau. Maar het regende steeds harder.
We kregen een soort wetsuit waarmee we ons vastbonden aan de kayak. De noodprocedure bij het omkantelen van de kayak werd uitgelegd. Ik voelde me steeds minder gerust met het zicht op de grote golven. Dan werden we, al zittend in de kayak, in zee geduwd. Een golf stortte op me neer, ik was kletsnat. Cornelia lachte me uit. En dat was de druppel: ik beet haar toe dat ze moest peddelen en zwijgen want ik had genoeg van haar gedrag.
Na een uur op zee waren we doorweekt en de koude wind maakte het nog erger. Niemand van de deelnemers had er lol in. Ik vroeg de gids om te stoppen. Bij het aanmeren op het strand bleek mijn rugzak ook compleet nat te zijn. Vervolgens wandelde ik 5 kilometer door de gietende regen en wind naar het eindpunt. Daar kwamen de andere kayak-deelnemers aan, net zoals mij verkleumd door de kou. Niemand zei een woord in de bus terug naar Motueka. Bij aankomst in de hostel sprong ik de warme douche in, at ik een kleinigheid en maakte me klaar om te gaan slapen. Ik verontschuldigde me aan Cornelia dat ik had geroepen tegen haar en zei dat ik niet meer verder wilde samen reizen. En dat was het dan. Cornelia ging verder op weg de volgende ochtend.
Snot
Uitgeteld sliep ik in om ’s nachts wakker te worden met hoest en snot. De volgende dag deed ik niets en annuleerde ik de voordien gemaakte plannen. Nu had ik rust nodig. Nieuw-Zeeland kon even de boom in voor mijn part. Ik ontmoette 2 Antwerpenaren, Tom en Gilles, die me terug aan het lachen konden brengen. Ik schreef, sliep, at, verzorgde mezelf en probeerde de boel te laten drogen maar zonder succes. Het bleef regenen. De volgende middag vertrok ik terug naar Nelson, samen met de Nederlander Maarten, maar de bus had ons vergeten. Na enkele telefoons konden we dan toch mee met de laatste bus om 17u.
Gelukkig kwam de zon er nu weer wat door: Maarten en ik zaten op het terras van de hostel waar we gelukkig mochten blijven wachten. Plots kwam er een vrouw naar buiten, ze huilde hartverscheurend. Ik vroeg haar wat er scheelde. Ze bleek zwaar liefdesverdriet te hebben. De vrouw was zodanig verward dat ik haar vast nam: ze snotterde op mijn schouder terwijl ik haar lijf voelde beven in mijn armen. Toen ze kalmeerde, maande ik haar aan om iets te eten. Ik bleef erbij zitten tot ze alles op had. Daarna moest ik door om de laatste bus te halen. Ik zei nog tegen Maarten dat ik het nu wel heb gehad met al die turbulentie. Ik verlangde zo naar rust en kalmte. Hij lachte terwijl ik weer in een hoestbui ontstak.

Leave a Comment