Het is op dag 5 van de avontuurlijke campingtrip van Broome naar Darwin, dat ik ziek word. Tijdens de stevige wandeling door Amalia Gorge duizel ik opeens, mijn hartslag bonst in mijn hoofd, mijn keel is kurkdroog en misselijkheid treedt op. Malcolm wandelt vlak voor me en ziet dat ik vertraag. Als hij stopt om te kijken wat er scheelt, val ik om op de rotsen. Alles werd opeens zwart en ik kon niet meer staan. Reisgids Adam snelt naar ons toe. Hij vermoedt dat ik aan het uitdrogen ben en geeft me suiker. Het is niet ver meer tot de waterpoel. In plaats van af te koelen voelt het koude water aan alsof het mijn huid verbrandt. De duizeligheid neemt niet af wanneer we terug wandelen. Malcolm en Adam ondersteunen me. Ik beef over mijn hele lijf en ervaar koude of warmte.
Heat stress
In het reisgezelschap is de Australische Julie, een huisarts: ze vermoedt dat ik een zonnesteek heb. Ik begrijp er niets van, deze ochtend was ik nog kiplekker. Goddank komen we uiteindelijk aan bij de bus. De groep maakt lunch klaar maar ik krijg geen hap door mijn keel. Adam maant me aan de ORS-oplossing te drinken. Het komt er terug uit… Ik lig plat op de grond, zelfs de mieren en spinnen deren me niet meer. Enkele reisgenoten bekommeren zich om me.
Op de planning van deze namiddag staat de zware tocht door El Questro Gorge (de moeilijkste wandeling die we zouden maken). Gids Adam stelt voor dat ik terug keer naar de kampeerplaats. Ik voel me zo zwak dat ik dit aanbod niet afsla. Hij brengt me met de bus en rijdt dan terug naar de groep. De kampeerders naast ons brengen me ijs om op mijn hoofd en aan mijn voeten te leggen. In de tent ril ik tot ik uiteindelijk in slaap val. ’s Avonds word ik wakker, de misselijkheid is weg maar de duizeligheid niet. Toch maak ik alvast het kampvuur klaar.
De groep is terug omstreeks 17u30. Julie neemt haar dokterstas en onderzoekt me. De andere deelnemers proberen me aan het lachen te brengen. Volgens haar en de omstaande kampeerders heb ik ‘heat stress’, een soort zonnesteek in combinatie van uitdroging. Veel ORS drinken, rust en schaduw wordt me opgedrongen.
Bungle Bungles
Ik kan al wat eten die avond en luister naar de verhalen over de moeilijke tocht van die namiddag. ‘s Nachts slaap ik gelukkig goed en ook de volgende dag nog wanneer we 400 kilometer rijden richting Purnululu National Park (Bungle Bungle Range). Dit nationale park is geklasseerd als UNESCO-Werelderfgoed, de honderden zwart-oranje rotsen van ongeveer 200 meter hoog lijken op immense bijenkorven en vormen een spectaculair landschap. De weg ernaartoe is echter heel ruw. Twee deelnemers worden wagenziek. Gelukkig draagt iedereen goed zorg voor elkaar. Adam rijdt zo voorzichtig mogelijk over de onverharde ruwe weg.
Vóór zonsondergang maken we een korte wandeling door Cathedral Gorge, waar een fantastische akoestiek is en we zingen elk stukjes van verschillende nationale volksliederen, hilariteit alom! We maken een groepsfoto met de fantastische achtergrond van de rotsen en genieten van de zonsondergang. Die avond eten we ‘roast’, lamsvlees met aardappelen en pompoen, allemaal klaargemaakt in koperen kampovens op het kampvuur. Het is een ongelooflijk lekkere maaltijd en bereid zonder elektriciteit! Ik heb ondertussen serieuze honger gekregen na bijna niets te eten de afgelopen 36 uren en voel me na die heerlijke maaltijd een heel stuk beter. Gelukkig zijn mijn regels nu ook gedaan. Pfff, ik begin toch oud te worden, denk ik bij mezelf! 😊
Krokodillen, vleermuizen en buffels
De volgende ochtend maken enkelen onder ons een helikoptervlucht om de Bungle Bungle Range te bewonderen vanuit de lucht. Een vlucht van 18 minuten kost 300 dollar; dit is me iets te prijzig en ik wil mijn duizeligheid niet opnieuw aanwakkeren dus blijf ik met de meerderheid van de groep aan de grond. Als de helikopters terug zijn, bewonderen we de foto’s en filmpjes vanuit de lucht. Daarna gaan we op wandel naar Mini Palms Gorge en Echidna Chasm, twee andere spectaculaire kloven tussen de bijenkorven-achtige rotsformaties. We maken veel foto’s en rijden dan uit de Bungle Bungle Range, wat absoluut het hoogtepunt was van deze tour!
Na een korte stop in het stadje Kununurra voor brandstof en voedsel, komen we in het donker aan bij onze overnachtingsplaats nabij Lake Argyle, een door mensen aangelegd zoetwatermeer dat groter is dan Sydney Harbour met het spectaculaire omringende gebergte, de Carr Boyd Ranges. De volgende ochtend varen we op Lake Argyle in een speedboot en zien we tientallen zoetwaterkrokodillen op de kleine eilandjes! Nadat we de grote barramundi-vissen brood toe gooiden, krijgen we de uitdaging om in het water te springen vanop een rots. Volgens de kapitein zijn er naar schatting 25.000 zoetwaterkrokodillen in Lake Argyle, dat natuurlijk immens groot is en waarvan wij slechts 5% hebben doorkruist met de boot. Enkele helden wagen het erop en overtuigen mij na hun eerste sprong dat het veilig genoeg is. Ook ik spring van een 3 meter hoge rots in Lake Argyle! Adrenaline!
Welcome to the Northern Territory
Later die dag steken we de grens van Western Australia met de Northern Territory over. Meteen wordt de tijd vooruit gedraaid met 1,5 uur. Bijna elke Australische staat heeft zijn eigen tijdzone. Dat toont nog maar eens aan hoe immens groot het land is.
We houden halte in Timber Creek en doen een korte wandeling langs de Victoria River waar we oude aboriginal rotstekeningen bewonderen. Dan maken we ons op voor de laatste kampeernacht nabij Katherine Gorge. Daar krijgen we de keuze om te overnachten in hutten maar iedereen verkiest de swag. We zijn er ondertussen zo aan gewend. Niemand kijkt er naar uit om terug in de bewoonde wereld te zijn morgen en al helemaal niet in zo’n lawaaierige hostel. Ook al ontwaakten we elke ochtend onder een fijn laagje rode zand, we houden er allen van om buiten in de natuur te vertoeven en te slapen onder de sterren.
De laatste dag van de tour beginnen we met een wandeling door Katherine Gorge, waar we honderden vleermuizen zien, meerbepaald de flying fox vleermuis. Een mooie wandeling op de hoge rotsen is het einde van dit avontuur. We dienen nog enkele uren te rijden richting Darwin. Toch houden we nog even halt in Adelaide River, waar we een lokale beroemdheid ontmoeten: een opgezette buffel die in de iconische film ‘Crocodile Dundee’ voorkwam. Nadat het beest stierf, hebben ze hem opgezet en aldus vereeuwigd.
Afscheid
Die avond komen we aan in Darwin, de meest Noordelijk gelegen stad van Australië, waar tropische temperaturen en dito stormen heersen, maar tegelijkertijd ook de meeste moderne Australische stad is geworden. Tegenwoordig is het centrum vooral een partytown voor backpackers geworden met wilde feestjes. We worden gedropt in onze hostels en helaas is die van mij een partyhostel, slapen zal niet eenvoudig zijn. Maar kom, deze laatste avond van de tour gaan ook wij feesten en we spreken om 20u af in de Monsoon Bar waar we dineren en dan met een lokale live band een feestje bouwen. Ik verzamel alle e-mailadressen van de deelnemers. Lisa geeft me nog goede tips voor Bali. We nemen met tegenzin afscheid van elkaar.
Na een korte nacht ontmoet ik Belinda, Lisa en Malcolm voor het ontbijt en dan nemen ook wij afscheid, zij keren al terug huiswaarts naar Sydney en Beechworth, met de belofte dat we contact houden en elkaar zullen opzoeken!
Leave a Comment