Op maandagochtend 4 juli 2011 nam ik afscheid van de familie Tormey, bij wie ik een week verbleef en als WWOOF-vrijwilliger werkte op hun zelfvoorzienende erf/plantage. Gastheer Glen brengt me met de auto naar het centrum van de stad Broome. Daar verblijf ik opnieuw enkele dagen in de YHA. Frederik, Sinead en Laura zijn er nog steeds en ik trek met hen op. We ontmoeten een 2e Vlaming, Jonathan uit Antwerpen. We hebben geluk: een Australische familie keert terug naar huis en geeft ons gratis al hun voedselvoorraad. Ik maak puree en stoof groentjes voor ons alle vijf, we smullen erop los. Soms heeft een backpacker niet meer nodig dan goed gezelschap en warm eten. 😊
The Wild West
Maar ik ben hier slechts 1 keer in mijn leven, waarschijnlijk. Dus tast ik nog eens diep in mijn spaarcentenbuidel en besluit ik deel te nemen aan een groepsreis van de reisorganisatie ‘Western Exposure’. Op zaterdag 9 juli vertrekken we op avontuurlijke campingtrip van Broome naar Darwin, door de ruige Kimberleys gedurende 9 dagen. Op naar het Wilde Westen van Australië! Omstreeks 7 u ’s ochtends stopt de 4WD-tourbus aan de YHA. De bus zit al vol en samen met 2 andere deelnemers die aan de YHA stonden te wachten, ben ik de laatste passagier die instapt. Ik neem plaats naast Belinda en ontmoet haar vrienden Lisa en Malcolm. Ze zijn alle 3 Australiërs uit Sydney en ook 30+. Het klikt meteen tussen ons! Ik voel me opgelucht dat de bezetting van de groep deze keer beter meevalt.
Het is een volle bus met 20 deelnemers, waarvan 10 Australiërs en 10 Europeanen, een goede mix van leeftijden (van 18 tot 50+). Adam Bowen is onze tourguide, en we zijn allen verrast als we vernemen dat hij slechts 22 jaar is: hij kent zoveel benamingen van fauna en flora, geeft ons constant informatie, kan goed organiseren, steekt zelf de handen uit de mouwen en kan delegeren. Het enige nadeel is zijn zwaar Australisch accent, waardoor de niet-Engelstaligen niet alles begrijpen wat hij zegt. Het kan niet perfect zijn, maar dit is al een hele verbetering tegenover de vorige tourguide 😊 (zie blogartikel “Arguing on the Nullarbor Plain”).
Kloven en krokodillen
De eerste dag rijden we naar het begin van de Gibb River Road. Deze gedeeltelijk geasfalteerde maar meestal ruwe baan slingert ongeveer 660 kilometer door het hart van The Kimberley. De komende dagen volgen we deze weg en slaan we soms een zijweg in, om door en op de spectaculaire kloven (‘gorges’ in het Engels) te wandelen. Op dag 1 komen we aan bij Windjana Gorge, waar de bus stilvalt. Oh neen, ’t is niet waar… weeral pech?!
De groep wandelt naar de kloof terwijl gids Adam de bus repareert. Gelukkig krijgt hij het gevaarte weer aan de praat. In Windjana Gorge zien we de eerste krokodillen! De freshwater crocodiles rusten op de oevers van de rivier, die zich een weg baant door het eeuwenoude limestone reef. Jawel, miljoenen jaren geleden was dit gebergte een rif onder water. Dat kan men nog steeds herkennen aan de constructie en formatie, prachtig! De wet season is net voorbij en dit is de ideale reisperiode om deze regio te verkennen.
Pee buddies
Na de lunch rijden we door naar Tunnel Creek. Deze rivier stroomt door een grot die bijna 1 kilometer lang is. In het pikdonker waden we door de rivier, het water komt soms tot op buikhoogte. Een beetje eng maar ook wel spannend en heel uniek. Op het einde van de grot zien we de eerste frill-necked lizard, een grote hagedis met speciale kraag, mooi en eng tegelijkertijd!
Omstreeks 19u wordt het donker en we maken ons klaar voor de eerste kampeernacht nabij Windjana Gorge. Iedereen helpt goed mee met het bereiden van de maaltijd en het opzetten van de kampplaats. We eten een vegetarische stirfry en kruipen na een warme douche in onze swag rond 21u. Natuurlijk krijg ik net nu mijn maandstonden, *zucht*! Plezant is anders. Ik ben niet alleen, ook Belinda heeft het zitten. Bovendien ontdekken we dat we beiden altijd ’s nachts moeten opstaan om te plassen en dus worden we spontaan ‘pee-buddies’ J De sterren staan te schitteren aan de hemel en het is gelukkig niet koud ‘s nachts.
Watervallen à volonté
Met de zonsopkomst rond 5u30 is iedereen al wakker. Ik kruip nog half slapend uit mijn swag en begin traag in te pakken. Ik zal wel moeten want we vertrekken zo meteen. Gelukkig is niet iedereen zo’n diesel ’s morgens als ik. De organisatie wordt elke dag beter en vlotter. Ik help dan vooral met lunch en diner. Dan ben ik meer wakker en bij de pinken. 😉
Na ongeveer 3 uren rijden ontdekken we Bell Gorge, nadat we de King Leopold Ranges doorkruisen. Dit gebergte is genaamd naar – jawel – de Belgische koning Leopold II. Waarom dat zo is, moet Adam ons het antwoord schuldig blijven. Zeker is dat de Nederlanders als eersten deze regio hebben verkend. Vele benamingen hier klinken dus Nederlands. Een fikse wandeling van 4 kilometer over losse stenen en door stukjes rivier leidt uiteindelijk tot de watervallen van Bell Gorge. We springen in het water en luieren op de rotsen. Vlakbij zien we een goanna op een rots naast het water! De boab-bomen groeien hier weelderig, ze zijn familie van de Afrikaanse baobab. De natuur is hier fenomenaal mooi!
Na de lunch rijden we weer 2 uren en komen we aan bij Galvan’s Gorge, een mooie waterval stort in een grote poel waarin we met een slinger vanuit de boom springen. Deze tour hadden ze beter ‘hiking and swimming through the Kimberleys’ genoemd. Het frisse water is heerlijk, want de zon brandt hevig iedere dag. We maken onze bushcamp op (= geen faciliteiten) nabij Manning Gorge en Mount Barnett en eten heerlijke zalmfilet met couscous. We spelen op de didgeridoo en doen groepspelletjes en vertellen verhalen aan het kampvuur. Dit is heerlijk! Net zoals de scouts vroeger! De sfeer in de groep zit goed.
Ook de komende dagen ontdekken we nog tal van ‘gorges’ en watervallen, zoals Manning Gorge (waarin we van hoge rotsen springen in het water), El Questro Gorge, Emma Gorge, Amalia Gorge en de Zebedee hotsprings, heerlijke natuurlijk warmwaterbaden. Dit is een ongelooflijk mooie regio!
Leave a Comment