Op maandag 27 juni 2011 start ik met WWOOF bij een familie met een groot bio-erf, iets buiten de stad Broome. WWOOF staat voor ‘Worldwide Opportunities on Organic Farms’: men werkt onbezoldigd enkele uren per dag bij een gastfamilie op hun plantage of boerderij. In ruil krijg je accommodatie, maaltijden en de unieke ervaring om bij de locals te leven. WWOOF bestaat overigens wereldwijd: https://wwoof.net/destinations/.
WWOOF-ing
In Perth sloot ik me aan bij deze vereniging. Voor 60 Australische Dollar werd ik lid gedurende 12 maanden van WWOOF Australia. In het lidmaatschapsboekje las ik de korte voorstellingen van alle gastfamilies en online kon ik meer info vinden. Vervolgens stuurde ik een mail en al gauw nam gastheer Glen telefonisch contact op.
Ik had geluk dat ik werd gekozen uit meerdere kandidaten om te WWOOFen in de periode die ik wenste, bij mijn gastfamilie in Broome. Glen, Mary en Jade Tormey wonen iets buiten de stad op een groot erf en proberen zelfvoorzienend te leven door fruit en groenten te kweken voor eigen gebruik en kleinschalig verkoop. Ze houden van permacultuur, tropische vruchten én kunst. Op een eigenzinnige manier verweven ze deze hobby’s in elkaar. Glen is Australiër, Mary is Canadese en heeft Chinese ouders, hun zoon Jade is een perfecte mix van zijn ouders en heeft het uiterlijk van zijn Chinese moeder geërfd. Ik krijg een eigen kamer die uitzicht biedt op de voortuin en gebruik verder alle faciliteiten in het huis van de gastfamilie. Het bed is een houten plankenframe met een mousse matras erop. De eerste dagen verrek ik van de rugpijn maar uiteindelijk wen ik er aan.
Radio, zon, flora ….
Elke ochtend om 7u30 ontbijten we en dan vertrekt Mary naar haar werk wanneer Glen en ik aan de slag gaan op het erf. We werken ongeveer tot 12 uur ’s middags en bereiden dan de lunch. In de namiddag ben ik vrij. Er is een fiets beschikbaar, waarvan ik graag gebruik maak. ’s Avonds verwachten ze mijn hulp bij het koken en afwassen. Ongeveer 6 uren per dag werk ik dus, de regelmaat doet me goed en ik doe dit met veel plezier. Glen luistert steevast naar Radio Goolari, een gesubsidieerd radiostation dat wordt beheerd door de Aboriginal gemeenschap van Broome. Ik hoor er heel interessante discussies en countrymuziek op.
De eerste 2 voormiddagen assisteer ik Glen. Hij leert me hoe boompjes te planten, de bemesting en het onderhoud van planten, bloemen, cactussen, groenten, kruiden en fruit en de Engelse benamingen van al deze flora en het gereedschap. Mijn gastheer wil de voortuin anders aanleggen en laat me vrij in mijn creativiteit. Ik stel voor een rustige oase te maken van kleine cactussen in aardewerk-potten en mooie sierstenen.
In deze broeierige hitte werken is geen sinecure, ik zweet liters en ben van kop tot teen vuil van de rode zand en potgrond. Glen staat erop dat ik veel water drink, me insmeer met zonnecrème factor 50 (ook al wordt dat heel plakkerig en vuil met de rode zand) en een hoed op zet. Ze willen zorg dragen voor hun WWOOFers. Huidkanker komt heel vaak voor in deze regio waar de zon het hele jaar door schijnt. Iedereen weet dat er een enorm gat in de ozonlaag boven Australië is. Dus: slip-slop-slap!
… en fauna!
Wanneer Glen helpt om de sierstenen aan te reiken, waarschuwt hij me voor een ander gevaar: slangen! Er leven tal van giftige slangen in Australië, vooral in deze woestijnachtige gebieden. Vaak schuilen ze onder stenen omdat die beesten koudbloedig zijn en zich warmen aan door de zon gloeiende stenen.
Z’n woorden zijn nog niet koud of ik zie een kleine slang wegglippen vanonder de volgende steen die hij opheft. Geschokt zeg ik dat ik een grote worm heb zien weg glijden en Glen reageert meteen door met een zware schop in de grond te hakken. De kleine slang komt tevoorschijn en sist erop los! Glen hakt het beest in stukken met de schop en gooit de overblijfselen in de vuilbak. Ik sta er op een afstand naar te kijken en voel de kriebels over mijn lijf. Dit was dus duidelijk een slang, meerbepaald de ‘brown snake’ volgens Glen, ook al was het nog een kleintje. Glen zegt dat ik er alert voor moet zijn maar niet paranoïde. We maken de cactusoase af en we zijn beiden tevreden over het resultaat, mooi!
De volgende dag laat Glen me alleen werken op het erf, terwijl hij in de schuur aan zijn beeldhouwkunst werkt. Ik weet ondertussen hoe ik de boompjes moet planten en ga fluitend tewerk. Zalig gevoel, zo met je handen werken en iets mee helpen creëren! Ik laad de kruiwagen met compost en verspreid dit met de schop over de zopas geplante boompjes. Als de kruiwagen bijna leeg is, schep ik nog een keer compost op. Ik steek mijn schop meerdere keren in de composthoop. Vanuit de bruinachtige smurrie springt er plots een bruine slang sissend zo’n meter omhoog! HELP!!
Ik val achterover, gooi de gietijzeren zware schop weg en ren voor mijn leven! In de schuur gil ik door de angst, Glen komt aangelopen en aanhoort me. Hij loopt naar de composthoop toe maar komt even later terug om te melden dat hij geen slang ziet. Ik sta te trillen op mijn benen en beschrijf hoe het beest ongeveer een meter lang was en in aanvalspositie omhoog sprong (hoger dan mijn gestalte) toen ik met de schop vermoedelijk het beest raakte tussen de compost. Mijn hele lijf giert van de angst en Glen brengt me naar de keuken om water te drinken en te kalmeren. Hij lacht iets later en zegt dat ik waarschijnlijk ook aanvallend zou opspringen als iemand me een tik gaf met zo’n zware schop.
Ik kan er echter nog niet mee lachen. Onder de indruk van deze gebeurtenis weiger ik te werken in de plantage. Glen geeft me een andere taak: ik mag helpen in de schuur met opruimen. Die avond lachen Mary en Jade wanneer ze het voorval vernemen en kan ik ondertussen ook ermee lachen. Maar de schrik blijft. Ik durf ’s nachts niet meer naar buiten om te gaan plassen en vraag een emmer. De familie proest het uit maar begrijpen het. En ik ben blij met mijn pisemmer!
Feestmaaltijden
Elke avond maakt de familie Tormey een feestmaaltijd. Echt niet overdreven! Hier eet ik de beste maaltijden van mijn reis (naast de overheerlijke diners van mijn Italiaanse familie in Melbourne)! Ik help maar al te graag in de keuken. Tijdens het eten prijzen Glen en Mary de smaken, het zijn echte ‘foodies’! Verhongeren doe ik hier niet, integendeel!
Op een avond vieren we ook de 22e verjaardag van zoon Jade, die vorig jaar met zijn 21e een heus feest had en dit jaar dus sober viert. 21 jaar worden is een belangrijke gebeurtenis in Australië, dat leerde ik ook al bij mijn familie in Melbourne. Je kunt het vergelijken met de Vlaamse 18-jarige feesten en ‘tonnen’.
Op de voorlaatste avond van mijn verblijf stel ik voor dat ik kook. Mary wil me assisteren en doet het inkopen met mijn lijstje. Ik neem de pan van de haak aan de muur, wil deze plaatsen op het kookvuur maar er springt een groene kikker uit de pan! Ik gil het uit, natuurlijk! De familie lacht en zegt dat ik blijkbaar een speciale gave heb om reptielen aan te trekken. Ik lach en zeg dat ik geen enkel reptiel meer van dichtbij wil zien. (Maar toen was ik nog niet aangekomen in The Kimberley …)
Ik maak risotto met verse tuinkruiden, kipfilets à la Milanese, gegrilde aubergine (‘melanzana’ in Italiaans) en geroosterde ciabatta met een tapenade van olijven en knoflook. Njam! Mijn gastgezinsleden likken hun vingers af.
Op de laatste avond nemen we afscheid en ik schenk de familie Tormey een bedankkaartje, een fles wijn en een receptenboekje voor risotto als cadeau. Ik heb hier immers een week mogen verblijven, goed gegeten, veel geleerd en gelachen.
Leave a Comment