Liften is makkelijk
Wat een belevenis om te snorkelen en zwemmen met walvishaaien in de oceaan! De volgende ochtend check ik uit en doe inkopen in een betaalbare supermarkt in Exmouth. Dan sta ik terug op de baan met een kartonnen bord in de hand, waarop staat geschreven: “To Coral Bay please”. Na een halfuurtje stopt een truck. De chauffeur heet Ivan, een Australiër met Kroatische roots. Hij werkt als onderhoudsman op de militaire vliegbasis dichtbij Exmouth. Hij is op weg naar Coral Bay om een vriend te bezoeken en ik mag mee. Ik hoef helemaal niets te betalen, want het werk betaalt zijn benzine. Toch trakteer ik hem op een frisdrank als we aankomen in Coral Bay.
Zo makkelijk dat het liften hier verlopen is, echt geweldig! Ik ben natuurlijk niet van plan om dit altijd te doen. Ivan waarschuwt me dat liften niet veilig is, zeker niet in de Northern Territory. Ik voel me zo blij dat ik overal veilig geraakt ben en dat het hele plan is gelukt zoals gehoopt. Even later zie ik Kathy weer. Ik vertel honderduit over de bijzondere belevenissen!
Poetsdame in paradijs
Ik maak me klaar om te poetsen in de hostel. Per dag werk ik 3 uren in ruil voor gratis accommodatie in een 4-bed-dorm (dus ik spaar 25 Australische dollar per nacht uit). Eerlijk gezegd doet het best deugd om nu dagelijks een taak te hebben, wat routine, en nauwelijks geld uit te geven. Kathy en ik delen de kosten voor het eten, we doen ook samen de was. Ik verblijf bijna 2 weken in Coral Bay: uitrusten, schrijven, zwemmen en de verdere reisplannen uitwerken. Ik leer toffe reizigers kennen, we vieren de verjaardag van de Duitse Carolina. Kathy blijft nog een week langer dan mij en keert daarna terug naar Perth om te vliegen naar Sydney.
Donkere wolk
Op mijn voorlaatste dag in Coral Bay beleef ik een uniek Australisch natuurfenomeen! Tijdens een wandeling op het strand zie ik in de verte een gigantische donkere wolk verschijnen. Het is een wel heel bizar bewegende wolk! Enkele tellen later vliegen miljoenen sprinkhanen (‘locus’ in het Engels) over mijn hoofd! Ze landen op het zongedroogde gras in de duinen en eten al het groen zienderogen weg. Sommige sprinkhanen verdrinken in de zee of worden opgegeten door de vogels die een feestmaaltijd zien in deze sprinkhanenplaag. Ik zoek dekking gebukt op het strand onder mijn sarong en kijk geschrokken hoe de ‘wolk’ langzaam boven mij verschuift. Tegelijkertijd voel ik me gefascineerd, zoiets heb ik nog nooit gezien!
De beestjes zijn best mooi, met de zilverachtige glans op hun vleugels en hun interessante anatomische bouw. Natuurlijk landen er tientallen sprinkhanen op mij en sommigen laten een groenachtig ‘cadeautje’ achter op mijn oorspronkelijk geelgekleurde sarong. Gelukkig zit ik op het strand dichtbij het water, waar de sprinkhanen liever niet komen. Na ongeveer een uur is de plaag voorbij getrokken en wordt het badplaatsje Coral Bay tot ’s avonds nog belaagd door sprinkhanen. Fenomenaal! Maar helaas geen bewijs op foto. Tja.
Ontmoetingen met andere reizigers
Na ongeveer 2 weken in Coral Bay vertrek ik op maandagnacht 20 juni met de Greyhound Bus naar Broome, dé parelstad van de Westkust en de toegangspoort tot The Kimberley, één van de laatste onontgonnen landschappen. Het herbergt een immens groot nationaal park van Australië. Achttien uren lang op de bus verlopen traag maar zeker. Bij aankomst in Broome de volgende avond voel ik voor het eerst de tropische vochtigheid. Zalig, eindelijk is het lekker warm. Ik gedij goed in dit klimaat. Ik verblijf in de YHA hostel, waar ik een andere Vlaming ontmoet! Frederik Decoster is sinds 7 maanden in Australië en op zoek naar werk in Broome. Het doet goed om Nederlands te kunnen praten. We verblijven in dezelfde dorm, waar de Ierse Sinead en de Canadese Laura ook verblijven sinds langere tijd. Blijkbaar verblijven veel working-holiday-backpackers in Broome, er zouden veel tijdelijke werkgelegenheden zijn.
De volgende dag ga ik op verkenning in het stadje, meerbepaald de suburb Chinatown, en daar loop ik de Deense Stine weer tegen het lijf! Joepie! We hadden elkaar ook in Coral Bay kort weergezien, in de hostel waar ik poetste, toen zij er een nacht verbleef tijdens een georganiseerde tour van Perth naar Broome. Maar ik wist niet hoelang ze in Broome zou verblijven. Omdat we goed kunnen opschieten met elkaar, spreken we enkele keren af om samen Broome te verkennen en op het strand te luieren. Ook leer ik nog kennen: de Belgische Franstalige Sophie, de Ierse Elizabeth en de Australische Hillary uit Sydney. Samen met deze toffe mensen beleef ik de eerste 5 dagen in Broome: we rusten uit op het strand van Cable Beach, kijken naar de kamelen bij de spectaculaire zonsondergang, we koken samen en praten honderduit, we gaan op een avond uit in een dansclub, we huren fietsen en verkennen de streek.
Vlot contact leggen kan iedereen
Het gaat hier snel en vlot om contact te leggen. Sommige mensen zijn maar een uurtje in je leven, anderen meerdere dagen en met hen beleef je ook leuke dingen en kan je op een dieper niveau leren kennen. Meestal verloopt het als volgt: je checkt in en sleurt je bagage naar de aangewezen slaapzaal (want dat is de letterlijke vertaling van een ‘dormitory). Als er iemand anders aanwezig is in de dorm, groet je als nieuweling hen en stel je je voor (naam en land). Dan volgt een spontane babbel over de plaats waar men nu is en over de plaatsen waar eenieder al is geweest. Omdat bijna iedereen ‘alleen’ reist, wordt vaak voorgesteld aan de ‘nieuweling’ om samen iets te doen (iets drinken, een activiteit, of gewoon rondhangen in het hostel). Aldus heb ik het meerdere malen beleefd.
… en soms iets té ‘vlot’
Maar er zijn uitzonderingen op deze onbeschreven regels. Een voorbeeld van een zéér vluchtig contact: op een dag kwam een andere Ierse aan in onze dorm. Ze zei niets, plofte haar rugzak neer en zuchtte diep. Ik sprak haar aan met ‘hallo’ en het eerste wat ze me vroeg is of er knappe jongens waren in het hostel. “Euh… ?! No idea”, antwoordde ik met gefronste wenkbrauwen. En daarmee was het gesprek gedaan, de lichaamstaal deed zijn werk. Die nacht komt madam binnen met een vent en beginnen ze op het bovenste bunkbed (stapelbed) luidruchtig te vrijen. Sinead ligt eronder en werd ruw gewekt. Ook ik werd wakker en kon mijn slaperige ogen niet geloven toen ik zag wat er gebeurde. Ik stond op en vroeg hen om ergens anders te gaan. Geen reactie, ze deden gewoon door. OK, dacht ik geïrriteerd, dan stellen we die grens op een duidelijkere manier. Dus trok ik het laken van hen af en schreeuwde dat ze moesten ophoepelen en elders zich als tieners moesten gaan gedragen en de mensen hier hun nachtrust te dienen respecteren. Geschrokken sprongen ze poedelnaakt uit de dorm, madam kwam nog even terug om wat kleding te grijpen en weg waren ze.
De volgende ochtend hilariteit alom: Frederik, Sinead en Laura vonden mijn reactie geweldig. Ik meld het voorval aan de receptie en later die dag zien we de Ierse inpakken om te verhuizen naar een andere kamer met die gast. Dergelijke verhalen had ik al gehoord van reizigers, maar nu maakten we dit dus mee in ‘onze’ dorm.
In dezelfde categorie van vluchtige contacten, die je liefst wil vergeten, passen ook nog in: dronken jongens/mannen die je met luidruchtige toon aanspreken, letterlijke botsingen met andere hongerige backpackers in de veel te kleine en onvoldoende uitgeruste hostelkeuken, aandachtzoekende mensen die meteen hun levensverhaal vertellen, … En zo kan ik nog even doorgaan. Kortom: men komt nogal wat tegen in die hostels.
Flashpacker
Die week lees ik een column in een lokale Broomse krant over verscheidene types reizigers. Zo leer ik dat ik een ‘flashpacker’ ben: een naar avontuur zoekende rugzaktoerist, die het graag proper heeft en dus zoekt naar een kwaliteitsvolle doch betaalbare overnachtingplaats (soms moet je geluk hebben met de dorm waarin je terecht komt – of je kan het ook lichtjes afdwingen door te melden dat je een column hebt in een buitenlandse krant en reviews schrijft voor Lonely Planet, Tripadvisor en Boots ’n All – hihi 😉). Verder is een ‘flashpacker’ een reiziger die genoeg geld heeft om een georganiseerde tour of eigen vervoersmiddel te veroorloven. En die een laptop en (te) veel bagage meeheeft want zij/hij is voorzien in het geval van allerlei (nood)toestanden.
Ik ben dus een ‘flashpacker’, volgens de verfijnde categorische indeling van deze lokale redacteur. Liever op die manier ‘flash’ zijn, dan de manier waarop de wulpse Ierse ‘flash’ deed, denk ik dan.
Leave a Comment