Daar stonden we dan… gestrand in het midden van The Nullarbor Plain. Iedereen helpt met het overtasten van de bagage en de eski’s, van de trailer naar de bus. We zitten op elkaar gepropt met al het materiaal. We lunchen in Balladonia, amper 200 km verder dan de vorige overnachtingsplaats. Na de lunch rijden de mannen terug naar de trailer om toch een (tevergeefse) reparatiepoging te ondernemen. Zelfde scenario als gisteren.
Protest
Terwijl de kraaien onheilspellend lawaai maken en cirkelen boven ons hoofd in de middagzon vooraan het servicestation van Balladonia, steken de vrouwen de koppen bijeen om de situatie te beoordelen. Twee dagen verliezen we nu, we staan compleet achter op het reisschema en zullen waarschijnlijk bepaalde activiteiten niet meer kunnen doen. We beslissen dat we dit niet laten gebeuren zonder enige tegemoetkoming.
Rond 16u komen de mannen terug aan, uiteraard zonder trailer. Maar wel met Hassie erbij, de baas, in zijn jeep, die meteen ommekeer maakte toen hij het noodsignaal vanmorgen opving. Vragend wachten we hen op. We willen weten wat er nu van aan is. Blijkbaar zullen we overnachten op de campingsite waar we de vorige nacht hoorden te verblijven, Fraser Range, ongeveer 150 km verder. Dan zullen we de volgende dag constant rijden naar Esperance, waar de baas ’s avonds aan zal komen met alle materiaal en een nieuwe trailer.
We uiten ons protest en willen een financiële vergoeding. Hassie zegt dat hij daarover wil praten als we in Esperance zijn. Hij moet nu verder rijden naar Norsemann om er een trailer te huren, zodat we verder kunnen met de tour. Wij rijden door naar de campingsite van Fraser’s Range, al zittend op onze bagage en swags en tenten en voedselvoorraad. De baas zei dat het Craig’s taak is om de mensen ‘happy’ te houden. Dus kondigt deze aan dat hij zal koken vanavond, de beste spaghetti bolognaise die we ooit zullen proeven, belooft hij … de blaaskaak.
Donder
Die nacht regent het alweer en slapen we in de swags op de ijskoude betonnen vloer van de campingkeuken, waar het vergeeft van de muggen. De volgende ochtend om 5u30 zijn er heel wat beten te bespeuren op ieders lijf en de sfeer is ijzig koud. Niemand lacht nog. Mijn verkoudheid bereikt zijn hoogtepunt en ik hoest zowat de hele camping wakker. We laten de swags achter en nemen de persoonlijke bagage mee samen met het hoogstnoodzakelijke van voedselvoorraad. Dan hebben we tenminste meer plaats in de bus en kunnen we slapen tijdens de lange saaie rit. In de namiddag komen we aan in het stadje Esperance. We krijgen een uur vrij om te doen wat we willen.
Dan rijden we verder naar Cape Le Grand National Park, waar we 2 nachten zullen verblijven op een campingplaats zonder faciliteiten. Terwijl we naar die plaats rijden, mompelt Craig enkele zinvolle dingen over het nationaal park dat ik alweer niet kan verstaan. Ik roep vanachter in de bus dat hij alsjeblieft duidelijker moet praten. Zijn gezicht staat op donder en ook ik bereik stilaan mijn kookpunt.
De waarheid uitgesproken
Bij aankomst op de campingplaats zeg ik hem dat we dringend eens moeten praten. Omwille van zijn idiote afwijzende reactie daarop, slinger ik mijn opinie over hem naar zijn hoofd. Craig staat op ontploffen en ik krijg een lading terug. Oog om oog en tand om tand, we blaffen elkaar af! Uiteindelijk schreeuw ik dat dit moet stoppen. Op een kalmere toon zeg ik huilend wat er op mijn hart ligt en welke klachten er zijn. De hele groep staat 20 meter verder en houdt de adem in. Craig is niet onder de indruk en zegt dat hij alcohol mag drinken en ‘a good time’ hebben. We komen niet echt tot een consensus. Uiteindelijk zegt hij bereid te zijn om duidelijker te articuleren en met geduld ons meer te informeren over de planning, als ik meer mijn best doe om te integreren met de jonge gasten van de UK. Dan gaat ieder zijn weg. Ik ben ergens opgelucht dat ik hem heb kunnen zeggen wat ik denk en wat de anderen dachten, maar niet durfden te zeggen.
Ik wandel over het prachtige witte strand van Lucky Bay, terwijl enkele sportievelingen onder de groep een bergbeklimming doen. Het is hier inderdaad een mooie omgeving ondanks het slechte weer, maar helaas zullen we hier weinig tijd spenderen omwille van de opgelopen vertragingen. De avond valt al gauw en we maken het diner klaar. Maar onze swags en tenten zijn er nog niet. De sfeer is nog altijd gespannen en dit laait op als we ontdekken dat een volledige eski vol bier in de bus is meegenomen maar niet genoeg voedsel voor iedereen. Tot grote vreugde van de zuiplappen, beginnen ze de biereski te ledigen, inclusief Craig. Voor de niet-drinkers is de maat vol. Een hevige discussie ontstaat. Ik kijk ernaar en zwijg, ik voel me nog steeds ziek.
We zijn moe en het is koud en we hebben nog honger. Het is old Dave die de gemoederen bedaart. Goddank, omstreeks 23u komt Hassie, de baas, aan met een gloednieuwe gehuurde trailer en onze tenten en swags. In het pikdonker zetten we de tenten op, met behulp van onze zaklampen. Stikop en nog enigszins boos kruipen we in de swag en de tent. Morgenochtend zal er een serieus gesprek plaats vinden. Reisgenote Diaene geeft me een pilletje tegen mijn zware verkoudheid. En dat doet wonderen want de volgende ochtend voel ik me al meer fit.
Verzoening
Hassie, de baas, verontschuldigt zich voor alle gebeurtenissen en de broken-down trailers, terwijl we een superlekker ontbijt met pannenkoeken eten op de campingplaats. De man is duidelijk een geboren verkoper: veel blablabla, zeker als we hem de vraag stellen voor een financiële tegemoetkoming. De oudere Aussies nodigen hem uit voor een koffie in het stadje en een goed gesprek te houden. De jongeren worden uitgenodigd om een mooie wandeling te maken over de headlands, de rotsen aan de kust en de stranden. Craig heeft blijkbaar een standje van zijn baas gekregen want hij is extra vriendelijk naar mij en Stine toe. De wandeling duurt 3 uren en we klimmen en glijden over de headlands en pauzeren op de parelwitte stranden. Zelfs de 5 jonge UK-gasten zijn vriendelijk. Het is blijkbaar nodig geweest om het een en ’t ander uit te spreken. We hebben nog 2,5 dagen voor de boeg samen voor we aankomen op onze finale bestemming, Perth.
Die avond kamperen we in de Stirling Ranges. Pamela, één van de oudere Aussies, organiseert een talentenshow waarbij iedereen een opdracht doet. De sfeer zit goed. We lachen allemaal en spenderen de avond samen. Eindelijk zit de sfeer goed! Craig werkt zich uit de naad bij het koken, we hoeven amper iets te doen. Wat een verschil ten opzichte van de vorige dagen!
Eind goed, al goed
Ook op dag 9 is de groep coherent en genieten we samen van een koffie in het stadje Denmark, en klimmen we op de Top Tree Walk van de Giant Trees. Immens prachtig, deze mega hoge bomen! De laatste overnachting vindt plaats in de bush van een plaatsje genaamd Snottiegobble. Opnieuw is het Pamela die initiatief neemt om de groep samen te houden die avond. Ze heeft voor iedereen een award gekocht: een klein plastieken goudkleurige triomfbeker. Ze is een fantastische vrouw! En iedereen gaat met een glimlach slapen.
De laatste dag rijden we naar Margaret River en bewonderen we de vroege surfers op de Indische Oceaan. In Dunsborough bezoeken we de Ngligli Caves en daarna het Wardan Aboriginal cultureel centrum waar we leren over planten en dieren en hoe te overleven in de outback. Super interessant! Uiteindelijk sluiten we de tour af met een korte proefsessie aan een winery, waar ik de verjaardagskaart overhandig aan Diaene, die de volgende dag 72 wordt!
We komen aan in Perth rond 18u en nemen afscheid van elkaar. Stine en Dave en ik verblijven in dezelfde hostel, Brittania on Williams. We maken ons klaar om uit te eten in een goedkope Aziatische court en gaan dan eventjes op stap in de uitgaansbuurt van Perth’s deelgemeente Northbridge. De rest van het weekend spendeer ik aan uitrusten, het wassen van mijn kleding en het finaal wegwerken van mijn verkoudheid.
Leave a Comment
Pingback: Liezy Down Under: From Broome to Darwin – part one (4/07/2011 – 17/07/2011) - Liezy's World on 18 juli 2021
1 COMMENT